autoles

Nieuw protocol voor de auto praktijklessen vanaf 25 september 2020!



Vragen voordat leerling mag lessen in de auto.

  • zelf gezond niet verkouden en geen keel of hoofdpijn?

  • iemand binnen het gezin met deze symptomen?

  • in de buurt of contact gehad afgelopen 10 dagen bij iemand waar corona was vastgesteld?

  • op school corona vast gesteld?

  • op vakantie geweest in een code oranje gekleurd land?


Tijdens het lessen is de leerling verplicht een mondkapje te dragen. Na iedere les wordt oa het stuur en de pook gedesinfecteerd.

Actie theorieboek

Om te kunnen beginnen met autorijles hoef je nog niet in het bezit te zijn van een geldig theoriecertificaat.  Dat hoef je pas te hebben op de dag dat je examen gaat doen.
Maar dat is natuurlijk niet de verstandigste manier, hoe meer je namelijk al weet van de verkeersregels, ook in het begin van de opleiding, hoe minder tijd de instructeur hoeft te besteden aan het uitleggen daarvan. Om je een beetje op weg te helpen, verkopen wij theoriemateriaal. In samenwerking met Vekabest hebben wij ons eigen theorieboek samengesteld zodat jij sneller slaagt voor je theorie, maar vooral de theorie ook snapt in de praktijk. Dit boek is ook goed te gebruiken tijdens de praktijk lessen om zo samen met je instructeur in stappen de onderdelen door te nemen. Thuis kun je dan via de onderstaande link de examen vragen oefenen. De instructeur kan dan jouw vorderingen volgen via het internet. De kosten voor het boek incl. theorie oefenvragen is €49.50 nu €42,50 incl. bezorgen.

blog.jpg

Geldigheid theoriecertificaat

Het CBR heeft al nagedacht over hoe het verder gaat wanneer het sein veilig wordt gegeven en lessen en examens weer worden opgestart. Wanneer het theoriecertificaat van een kandidaat bijvoorbeeld is verlopen op het moment dat het uitgestelde rijexamen wordt afgenomen, mag de kandidaat gewoon met dit verlopen certificaat rijexamen doen.

Vergeet alles wat je dacht te weten over rijden op sneeuw en ijs.

694.jpeg

Een sneeuwfront trekt vandaag over Nederland en dat zal leiden tot slippartijen. Maar moderne auto's zijn voorzien van allerlei soorten elektronica en kunnen daardoor bijna niet meer slippen, toch? Deze en nog acht misverstanden over rijden op sneeuw en ijs ontkracht.

1. Alle sneeuw is even glad

Niet waar. De hoeveelheid beschikbare grip op sneeuw kan sterk variëren afhankelijk van de temperatuur. Warme sneeuw is zwakker en wijkt gemakkelijker, dus banden hebben meer moeite om grip te krijgen. Naarmate de temperatuur stijgt, wordt sneeuw bij temperaturen boven nul tot vijf keer gladder. Wanneer een band bij hogere temperaturen over de sneeuw begint te glijden, is de kans namelijk groter dat de sneeuw smelt. Dat water werkt dan als een smeermiddel.

2. De donkere plekken op de weg bieden meer grip

Niet altijd waar. De donkere plekken kunnen betekenen dat er ijs ligt. Kom je op zo'n extra glad gedeelte, blijf dan kalm en voorkom abrupte manoeuvres. Je kunt heel licht sturen en voorzichtig afremmen totdat je het ijzige deel hebt verlaten en de banden weer grip krijgen.

3. Snel reageren is belangrijk

Fout. Alles wat je doet op sneeuw en ijs moet soepel en beheerst gebeuren: sturen, remmen en accelereren. Op droog wegdek is het mogelijk om te remmen in een bocht, maar op sneeuw is het het veiligst om eerst het voertuig te vertragen en dan de bocht te maken. Het is een beetje alsof je over het ijs loopt. Kleine stapjes en niet proberen te rennen.

4. Vierwielaandrijving is een wondermiddel

Helaas. Veel mensen overschatten de capaciteiten van hun voertuigen, vooral mensen die met vierwielaandrijving rijden. Vierwielaandrijving is vooral goed om je vanuit stilstand weg te laten rijden - of een steile heuvel beklimmen. Maar als het gaat om remmen en bochtenwerk, biedt vierwielaandrijving niet veel of zelfs geen enkel voordeel. Vaak zijn het de topzware, dikke SUV’s die als eerste in de sloot liggen.

5. All-season banden vormen het beste compromis

Dat compromis is juist het probleem. Voor het rijden in de winter zijn de beste winterbanden veel beter dan de beste all-season banden. Een van die redenen is een speciaal loopvlakontwerp met extra lamellen. Bovendien hebben winterbanden een speciale rubbersamenstelling die buigzamer blijft - en dus grip heeft - als de temperatuur daalt. Een nadeel is dat de zachtere compound niet zo lang meegaat als de compound op een all-season band. 

6. Winterbanden zijn in de winter altijd beter dan zomerbanden

Niet waar. Bij temperaturen boven nul op droog wegdek hebben zomerbanden meer grip dan winterbanden. Alleen onder nul en bij sneeuw en ijs ben je met winterbanden beter af. In Nederland kun je je afvragen of je voor die paar dagen sneeuw per jaar überhaupt beter af bent met een winterband. Als je al een keer kunt doorrijden omdat het sneeuwt, staat het hele land toch vast omdat je onder dergelijke omstandigheden zo zwak bent als de zwakste schakel in het verkeer.

7. Het elektronische vangnet voorkomt slippen

Lang niet altijd bij sneeuw en ijs. De meeste voertuigen van nu hebben ABS en elektronische stabiliteitscontrole. Hierdoor blokkeren de wielen niet tijdens het remmen en bij slipgevaar remt de auto de wielen afzonderlijk om dit te voorkomen. Maar je moet het in de winter niet zover laten komen, want op sneeuw en ijs redden ze je niet. Als je merkt dat de stabiliteitscontrole of ABS wordt ingeschakeld, betekent dit dat je als bestuurder een fout hebt gemaakt. Je moet de systemen zien als sensoren, niet als probleem-oplossers. Wanneer je voelt dat de systemen ingrijpen, is dit een duidelijk teken om te vertragen omdat het voertuig de ‘rand van de beschikbare grip’ nadert.

8. Wanneer de auto in een slip raakt: remmen!

Soms wel, meestal niet. Als de achterkant van het voertuig dreigt uit te breken, kan bij een auto met voorwielaandrijving de auto uit een slip worden gehaald door licht gas bij te geven en te sturen in de richting waar je naartoe wilt. Bij achterwielaandrijving is het een kwestie van voorzichtig het gas loslaten af of ontkoppelen.

9. Als het fout gaat, moet je goed naar het object kijken dat je niet wilt raken

Helaas, precies het omgekeerde. Wanneer je de controle begint te verliezen, moet je kijken waar je heen wilt, in plaats van te staren naar obstakels die je niet wilt raken. Normaal gesproken zullen je handen je in de richting sturen waar je heen kijkt.

Bron: AD


Stijging motorrijders ook in 2017 dus profiteer nu ook bij Verkeersschool Waardenburg van de voorjaarsaanbieding voor de motor.

Onder jongeren van 20 tot 24 jaar is het aantal geslaagden ten opzichte van 2014 zelfs met 47 procent toegenomen. Hiermee is het aantal nieuwe motorrijders weer op het niveau van voor de grote examenwijzigingen in 2013.

Toename verkoop motorfietsen

Net als de vraag naar het motorrijbewijs, stijgt ook de verkoop van nieuwe motorfietsen. In 2016 nam de verkoop voor het derde jaar op rij toe naar 12.614 stuks. Dat is een toename van 11,4 procent ten opzichte van 2015. Het maandelijkse verkoopniveau lag afgelopen januari op 698 stuks, het hoogste aantal in acht jaar tijd. Op 1 februari telde ons land in totaal 720.000 motoren, terwijl dat in 2000 nog 414.000 stuks waren, oftewel een toename van 73,9 procent.

Ongeveer 1,4 miljoen Nederlanders hebben een motorrijbewijs. Van de personen die er geen hebben, geeft 20 procent aan wel graag een rijbewijs te willen hebben. Dat blijkt uit onderzoek van Multiscope in opdracht van de MOTORbeurs. Onder jongeren tot 25 jaar is dat maar liefst 41 procent.

Nieuwe categorieën

Het motorrijbewijs werd vier jaar geleden uitgebreid van twee naar drie categorieën: A1 voor lichte motorfietsen en voor jongeren vanaf 18 jaar, A2 vanaf 20 jaar met een middelzware motor en ‘gewoon’ A voor motorfietsen met onbeperkt vermogen.

De leeftijd om direct op te mogen gaan voor het examen voor de zwaarste categorie (A) ging omhoog van 21 naar 24 jaar. Veel personen deden daarom al in 2012 hun motorexamen. Dat leidde ook meteen tot een halvering van het aantal motorrijexamens in het jaar erop. Het gemiddelde lag jarenlang op ruim 25.000 nieuwe motorrijders per jaar. In 2013 en 2014 zakte dat aantal tot onder de 20.000.

Bij Verkeersschool Waardenburg kan je ook dit voorjaar profiteren een mooie try the bike aanbieding. In de regio Drechtsteden hebben wij al jaren de hoogste slagingsgarantie zie bron rijschoolgegevens.nl.  Voor info mail naar info@waardenburg.com

vvn niet verrast door stijging aantal verkeersdoden in 2015

Veilig Verkeer Nederland is niet verrast door de stijging van het aantal verkeersdoden op de Nederlandse wegen in 2015. Vorig jaar vielen er 621 doden als gevolg van een verkeersongeval, tegenover 570 in 2014. VVN-directeur Felix Cohen vertelt dat het de verkeersveiligheidsorganisatie niet verbaast. “We zagen het afgelopen jaar al een stijging in het aantal gewonden in het verkeer, en we zien dat nu helaas ook bevestigd in het aantal dodelijke slachtoffers.” 

De afgelopen decennia heeft zich juist een grote afname van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers voorgedaan, maar die positieve trend heeft dus afgelopen jaar niet voortgezet. Wel neemt het aantal jonge slachtoffers opvallend sterk af.

Smartphone in verkeer

Volgens Cohen is het gebruik van smartphones tijdens verkeersdeelname een groot probleem. “Wij bieden daarvoor lesprogramma’s in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn oudere verkeersdeelnemers, die tot op steeds hogere leeftijd blijven fietsen en autorijden erg kwetsbaar. Met onze succesvolle VVN Opfriscursus zorgen we dat iedereen zijn verkeerskennis up to date kan houden.”

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu maakte bekend dat in 2015 het aantal verkeersdoden is gestegen naar 621. Dat zijn er 51 meer dan het jaar ervoor. De meeste slachtoffers vallen onder inzittenden van personenauto’s (36%) en fietsers (30%). Kijkend naar leeftijdsgroepen dan valt het grootste aantal verkeersdoden onder de 80-plussers (19%). Cohen: “De huidige cijfers zijn voor VVN aanleiding om dit jaar nog extra te investeren op onze producten zoals de opfriscursus.”

Jongeren

De meeste verkeersdoden betroffen 80-plussers; 119 in 2015 ten opzichte van 94 in 2010. Het aantal 80-plussers is sindsdien ook gestegen, maar minder sterk dan de stijging in het aantal verkeersdoden. Bij 20- tot 30-jarigen nam het aantal verkeersdoden in dezelfde periode juist af van 114 naar 87.

Strengere eisen opleiding voor rijinstructeur.

Oppositiepartij SP zet in aanloop naar het debat over de wijziging van de WRM in op een kwaliteitsslag in de praktijkbegeleiding van rijinstructeurs, een verbod op spookrijscholen en een minimaal slagingspercentage. Daarnaast moeten een minimale rijervaring van vijf jaar en een VOG gaan gelden als aanvullende toelatingseisen voor de opleiding tot rijinstructeur. Dat staat in een rapport van Tweede Kamerlid Eric Smaling, die er vertrouwen in heeft dat meerdere plannen door worden gezet.

In het rapport genaamd ‘Betere kwaliteit rijscholen door echte bijscholing’, waar ook rijschoolhouders, VRB en CNV over mee hebben gedacht, worden negen concrete verbeterpunten toegelicht om de kwaliteit van de rijschoolbranche op te krikken. “De afgelopen jaren zijn we meerdere keren geconfronteerd met misstanden binnen de branche”, licht het Kamerlid toe.

“Het sjoemelen met slagingspercentages, het ontduiken van belastingen of voor dumpprijzen slechte kwaliteit leveren. Aan de andere kant heeft de rijinstructeur te maken met een bijscholing dat in de praktijk een zinloos examen blijkt te zijn. We moeten nu stappen maken om deze branche er weer boven op te helpen”, aldus Smaling, die het rapport heeft aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Milieu.

Sanctie weg op bijscholing

De SP is voorstander van de verplichte vijfjaarlijkse bijscholing en pleit ervoor dat niet deelnemen blijft leiden tot het verliezen van de lesbevoegdheid. Dan moet het echter niet langer het karakter hebben van een examen, en dus moet de sanctie vervallen dat iemand met de bijscholing zijn bevoegdheid kan verliezen. “Er is momenteel geen draagvlak voor de bijscholing onder instructeurs. De sanctie is te vergaand en het protocol is zwaar bekritiseerd. De praktijkbegeleiding is behoorlijk prijzig, terwijl het nut er niet van ervaren wordt”, legt Smaling uit.

De SP stelt voor om de bijscholing te laten bestaan uit twee delen, een praktijkgericht onderdeel en een theoretisch onderdeel. Het theoretische onderdeel wordt gebruikt om de kennis van verkeersregels en eventuele veranderde wetgeving bij te brengen. Bij het praktijkonderdeel moet de rijinstructeur een les uitvoeren zoals hij normaal ook zou doen. Niet volgens een protocol. Hierbij kan men dan tips krijgen hoe er op bepaalde onderdelen verbeteringen mogelijk zijn.

Minimaal slagingspercentage

“Wij zijn van mening dat dit veel voordelen heeft”, licht Smaling toe. “Er hoeft geen toneelstukje meer te worden opgevoerd. De instructeur krijgt feedback over een rijles zoals hij of zij deze in de praktijk geeft. Door het wegvallen van de sanctie zal iemand ook veel meer ontspannen deelnemen aan de bijscholing, wat er voor zorgt dat meer informatie wordt opgenomen.”

Hoe de bijscholing dan verder exact vorm wordt gegeven is aan de branche zelf. Wat de SP betreft krijgen de rijschoolhouders hier een nadrukkelijkere rol in dan nu het geval is. “De rijschoolbranche is zelf ook gebaat bij een goede kwaliteit en een goed imago. Om de rotte appels eruit te halen stellen we voor om te onderzoeken of het slagingspercentage hier als instrument voor gebruikt kan worden. De kwaliteit van de lesgever die hoog is door een goede bijscholing moet doorwerken naar de rijschoolleerling.”

Vijf jaar rijervaring en VOG

SP is van mening dat de overheid momenteel te weinig eisen stelt aan iemand die rijinstructeur wil worden. De politieke partij ziet dit als een van de oorzaken dat het UWV vele werklozen liet omscholen tot instructeur, met verstoring van de markt door dumpprijzen en massale belastingontduiking als gevolg. “Daarbij is het opvallend dat aan een 2toDrive-coach hogere eisen worden gesteld dan aan een rijinstructeur, die een niet minder grote verantwoordelijkheid heeft”, staat in het rapport.

“Enige rijervaring is noodzakelijk voordat iemand aan een opleiding voor rijinstructeur begint. Rijinstructeurs moeten in elk geval vijf jaar in het bezit zijn van het rijbewijs in de categorie waarin zij les willen geven”, oppert de SP. Verder stelt de partij voor om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht te stellen bij aanvang van de opleiding.

Ondernemerschap in opleiding en CAO

Veel mensen die de opleiding tot rijinstructeur volgen, kiezen ervoor om een eigen rijschool te starten. “Maar niet iedereen heeft de juiste kennis over het runnen van een onderneming”, zegt Smaling. Daarom wil de SP dat in het opleidingstraject voor rijinstructeur ook een onderdeel over ondernemen wordt toegevoegd, bijvoorbeeld over kostprijsberekeningen en belastingregels. “Hierdoor kan iemand ook een bewuste keuze maken of het starten van een rijschool wel verstandig is of dat werken in loondienst beter is.”

“Als we goede rijinstructeurs willen hebben, behoort daar ook een fatsoenlijke beloning bij”, vindt het Tweede Kamerlid. “Door de druk op de gehele rijschoolbranche werken sommige instructeurs voor een veel te laag loon. Dit komt de kwaliteit niet ten goede en stimuleert gesjoemel en fraude. De SP stelt daarom voor dat er binnen de rijschoolbranche wordt gewerkt aan een CAO.”

Smaling weet dat eerdere pogingen hiertoe gestrand zijn. “Door het overschot aan rijinstructeurs en rijscholen is de branche door de hoeven gezakt. Een CAO kan een kader bieden met bijvoorbeeld bodemprijzen. Het is nu te veel een freeride-sector, daar moeten we vanaf.”

Verbod op spookrijscholen

In 2015 maakte minister Schultz van Haegen bekend dat het niet verboden is om meerdere rijscholen op te richten en zo leerlingen in te delen om een kunstmatig hoog slagingspercentage te behouden. Smaling wil een verbod op dergelijke spookrijscholen. “Als leerlingen moet je er op kunnen vertrouwen dat het slagingspercentage van de rijschool klopt”, zegt de SP’er.

Die wil tenslotte extra actie in de controle van WRM-certificaten. Hij wil dat de politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) actief gaan controleren of de rijinstructeurs in het bezit zijn van een geldige lesbevoegdheid. “Nu is er opvallend weinig controle en is de pakkans erg klein. Alleen regels op papier helpen niet. Er moeten vaker steekproeven gehouden worden waarbij lesvoertuigen staande worden gehouden.”

Kans van slagen

Smaling heeft het dossier rijscholen overgenomen van zijn collega Bashir en legt het rapport bewust kort neer voor het debat over de wetswijziging in de WRM. Hij weet dat Schultz onlangs nog heeft aangegeven geen aangrijpende zaken te willen veranderen in de bijscholing en onder andere geen VOG wil vanwege de administratieve lasten.

Toch heeft het SP-Kamerlid vertrouwen in de inwilliging van meerdere van zijn voorstellen. “Ik zit onder andere met Barbara Visser (VVD, red.) veel op één lijn als het gaat over het borgen van kwaliteit in de branche.. De wensen van de SP zijn door dit rapport in ieder geval duidelijk. Ik heb er vertrouwen in dat we met deze punten een heel eind kunnen komen.”

De wetswijziging van de WRM wordt naar verwachting in de komende twee maanden behandeld.

Het CBR trekt de aankondiging strengere bevraging in.

Het CBR trekt de aangekondigde strengere bevraging van theoriekennis bij het praktijkexamen in. Hoewel het CBR dit naar aanleiding van de berichtgeving over de trucjestheorie meedeelde aan Bovag Rijscholen én RTL Nieuws, komt het daar nu op terug en wordt gesteld dat het praktijkexamen al voldoende toetst of iemand de verkeersregels kent én toepast. Dat meldt het CBR dinsdagmiddag. Bovag vindt de beslissing volstrekt onbegrijpelijk.

RTL Nieuws bracht onderzoek naar buiten waaruit blijkt dat er tienduizenden kandidaten slagen voor het theorie-examen met behulp van trucjes. CBR voert drie minder merkbare maatregelen wel door:

  • Een doorlichting van de vragenbank door een externe partij
  • Versnelde doorvoering van bewegende beelden in het theorie-examen
  • Binnenkort start een pilot waardoor het opnemen van beeldmateriaal tijdens het examen technisch onmogelijk wordt gemaakt

Zwaktebod

CBR-directeur René Verstraeten verkondigde volgens RTL Nieuws vrijdag: “Bij het praktijkexamen gaan examinatoren de kandidaten kritisch vragen stellen over hun kennis van de verkeersregels.” Ook tegenover Bovag Rijscholen bevestigde de directeur dat deze extra alertheid er zou zijn bij examinatoren.

Nu stelt het CBR dus dat er niets verandert aan de toetsing van de kandidaten omdat al voldoende wordt bekeken of iemand de verkeersregels kent. Hoe het komt dat de directeur het examen eerst wilde verzwaren en dit nu weer intrekt, kan CBR-woordvoerder Irene Heldens niet zeggen. Op de vraag of het theorie-examen op dit moment voldoet, antwoordt het CBR niet.

Bovag Rijscholen vindt het terugkrabbelen van het CBR volstrekt onbegrijpelijk. “Het is een zwaktebod om hier na vier dagen commotie mee te komen”, vertelt woordvoerder Tom Huyskens. “Het hoefde echt geen mini theorie-examen te worden, gewoon wat extra bevraging door de examinatoren om de rampgevallen eruit te vissen. Het CBR had hier gewoon op moeten doorpakken.”

Maatregelen

Het CBR gaat een aantal andere maatregelen dus wél doorvoeren als reactie op de ‘niet-ethische rijscholen die hun klanten in 1 dag klaarstomen voor het theorie-examen’. “Itec is nu klaar waardoor we bevraging bijvoorbeeld met bewegende beelden kunnen invoeren”, vertelt de CBR-woordvoerder.

In deze ontwikkeling wordt nu een versnelling gebracht. Hoe snel dat gaat, is nog onbekend. De nieuwe manier van toetsen zal alsnog getest moeten worden en wetenschappelijk moeten worden onderbouwd alvorens deze kan worden ingevoerd.

Een andere maatregel is een versnelde extra fraudepreventie-maatregel waardoor er geen opnamen meer kunnen worden gemaakt tijdens het examen. Dit is bijvoorbeeld effectief bij kandidaten die met verborgen camera’s (in bijvoorbeeld een bril ingebouwd) de vragen registreren.

Externe partij

Tenslotte gaat een externe partij de complete vragenbank van 4000 vragen doorlichten. Welke partij dat wordt, is ook nog niet duidelijk.

Concreet gezien verandert er dus op dit moment niets aan de bevraging van de kandidaten voor het rijbewijs. Hoe snel de maatregelen worden doorgevoerd, moet allemaal nog gaan blijken.

Meer afrijders kiezen voor faalangstexamen

Steeds meer leerlingen voor een autorijbewijs kiezen voor een faalangstexamen in plaats van een regulier B-examen.

Het aantal afgenomen faalangstexamen neemt sinds 2011 jaarlijks toe, blijkt uit cijfers die NU.nl via Localfocus van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) heeft ontvangen.

In de eerste helft van 2015 legden 11.967 leerlingen een dergelijk rijexamen af. Dat is 5,8 procent van alle examens. In 2011 was dat aandeel nog 2 procent.

Eisen

Een faalangstexamen duurt 25 minuten langer dan een regulier examen. Het wordt afgenomen door examinatoren die getraind zijn om de angst zoveel mogelijk weg te nemen. Ook is er de mogelijkheid voor een korte pauze tijdens het examen. De eisen om te slagen zijn wel exact hetzelfde, volgens het CBR.

Het CBR denkt dat de examenkandidaten die een faalangstexamen doen, in de meeste gevallen ook echt faalangst hebben. Een faalangstexamen is met 146 euro dan ook aanzienlijk duurder dan een regulier examen van 98,25 euro.

Slagingspercentage

Het slagingspercentage van een faalangstexamen is aanzienlijk hoger dan bij een regulier examen. In de eerste zes maanden van 2015 slaagde 49,7 procent van de reguliere afrijders tegenover 58,5 procent van de leerlingen bij een faalangstexamen.

In 2009 werd het faalangstexamen voor het eerst als proef ingevoerd in Eindhoven. Noord-Brabant was vorig jaar dan ook de provincie waar relatief de meeste faalangstexamens werden uitgevoerd, namelijk 9,4 procent. In Groningen was dat aandeel het laagst met 4 procent van alle examens.

 

 

5 tips voor het rijden bij gladheid

Rijden bij gladheid vereist alertheid, geduld en techniek. Niet voor niets gebeuren er momenteel in de noordelijke provincies van Nederland tientallen auto-ongelukken door de spekgladde wegen. De onderstaande vijf tips voor het rijden bij gladheid bieden houvast om veilig door het verkeer te komen onder deze omstandigheden, welke voor rijschoolhouders nuttig zijn om mee te geven aan leerlingen.

1. Houd meer afstand

Je hebt extra tijd nodig om fouten van anderen op te vangen. Het is daarom erg belangrijk om bij gladheid meer afstand te houden dan je normaal doet. Als je voorganger plotseling remt, heb je de ruimte en tijd om een botsing te voorkomen. Wat je dus absoluut niet moet doen – ook al heb je haast – om dicht achter iemand te gaan rijden, of hard op een ander af te rijden om zo duidelijk te maken dat je wil inhalen. Ook op het laatste moment invoegen is onverantwoord en kan gevaar opleveren.

2. Kijk ver voor je uit

Een techniek die in de rijles wordt aangeleerd en goed moet worden toegepast onder deze omstandigheden is het zo ver mogelijk voor je uit kijken. Dan stuur je meestal vanzelf de goede lijn. Dat gaat een stuk beter als je niet te dicht achter je voorganger rijdt. Zo lang je nog gewoon rijdt en niet slipt, lijkt het of alles veilig en vertrouwd is in de auto. Maar elk beetje veiligheidsmarge is nodig in deze omstandigheden.

3. Trek rustig op

Optrekken vanuit stilstand, zoals bij het stoplicht, kan soms tot enge glijpartijen leiden. Wanneer er sneeuw ligt en je geeft teveel gas, kun je je ingraven en vast komen te zitten. Wegrijden in de tweede versnelling is een goede remedie, maar belangrijker nog is om weinig gas te geven bij het optrekken en heel voorzichtig de koppeling omhoog te laten komen. De ANWB stelt dat mogelijk zelfs kan helpen om veiligheidssystemen zoals ESC (ESP) uit te zetten, omdat de correcties van zulke systemen wegrijden bij gladheid moeilijker kunnen maken. Neem je tijd om deze handelingen te doen, stuur rustig en rem niet abrupt.

4. Remmen: soms hard, soms helemaal niet

Ga niet steeds een beetje ‘pompend’ remmen, maar houd de remdruk hoog. Anders werkt ABS namelijk niet en kun je geen noodstop maken. Hoe je dat doet? Zowel je rem als je koppeling tegelijkertijd hard intrappen. Schrik niet als je rempedaal gaat trillen of als je rare geluiden hoort. ABS zorgt ervoor dat je wielen blijven draaien en daardoor kun je blijven sturen als dat nodig is.

Soms kun je juist beter helemaal niet of slechts een klein beetje remmen. Bochten zijn daar het beste voorbeeld van. Je laat in bochten je gas los om langzamer te gaan en geeft pas weer gas als je uit de bocht bent. Mocht je toch richting de vangrail glijden, blijf dan vooral rustig. Als je aan je stuur gaat lopen trekken, kan je auto gekke kanten op schieten. Laat de auto glijden en draai rustig je stuur in de goede richting. Als je auto de grip weer heeft, ga je vanzelf de goede kant op.

5. Blijf ook met winterbanden extra alert

Winterbanden zijn nooit een garantie bij een glad wegdek. Je remweg is al langer als je te hard rijdt, en dat is nog veel erger bij gladheid. Winterbanden verkorten je remweg dan wel, maar dit effect wordt volledig opgeheven als je te hard rijdt. Het verlagen van de bandenspanning om meer grip te krijgen werkt niet: het gaat zelfs ten koste van de stabiliteit. Bij winterbanden is dit effect nog sterker dan bij zomerbanden, omdat ze alleen optimaal functioneren bij de juiste bandenspanning.

Bron Verkeerspro.nl

 

De hoogte van de verkeersboetes in 2016

bron reflector

bron reflector

De hoogte van de verkeersboetes is vastgesteld voor 2016. Er is veel commotie over de administratiekosten die omhoog zijn gegaan van 7 naar 9 euro. Maar ook de gewone snelheidsovertreding is in een aantal gevallen duurder geworden. Bekijk hier het overzicht.

Wat kost wat?

  • Geen geldige APK € 130
  • Rijden met een verlopen rijbewijs € 90
  • Rijbewijs niet kunnen of willen tonen € 90
  • Niet meewerken aan alcoholcontrole (‘blazen’) € 230
  • Bumperkleven tot 80 km/u € 280
  • Bumperkleven bij hogere snelheid: Kantongerecht, kan oplopen tot € 800
  • Onnodig links rijden op autosnelweg € 140
  • Onnodig links rijden op andere weg met meer rijstroken € 230
  • Overschrijding doorgetrokken streep tussen weg en fietspad € 140
  • Rechts inhalen € 230
  • Blokkeren van een kruispunt € 230
  • Geen voorrang verlenen € 230
  • Uitvaartstoet of militaire colonne doorsnijden € 90
  • Geen richting aangeven € 90
  • Fout parkeren, dubbel parkeren, parkeren op een hoek, zebra, anders bestemde parkeerplaats, buiten de vakken, langs gele streep, enz. € 90
  • Parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats € 370
  • Zonder licht rijden, bij avond, binnen de bebouwde kom € 90
  • Zonder licht rijden, bij avond, buiten de bebouwde kom € 140
  • Zonder noodzaak stilstaan op vluchtstrook € 230
  • Politie-, brandweer- of ambulancewagen met sirene en zwaailicht niet voor laten gaan € 230
  • Veiligheidsgordel niet dragen, bestuurder of passagier € 140
  • Niet-handsfree bellen € 230
  • Eénrichtingsweg inrijden € 140
  • Door rood rijden € 230
  • Niet wegrijden bij groen licht € 140
  • Over doorgetrokken streep rijden € 230
  • Verkeerd gebruik voorsorteervak € 230

wil je meer info kijk op reflector.nl

 

Vier op de tien leerlingen doet een tussentijdse toets

Lesbord, reflector, verkeersschool waardenburg, waardenburg, rijschool waardenburg, waardenburg drechtsteden

Vier op de tien leerlingen doet een tussentijdse toets voor hij of zij op examen gaat. Dat heeft vakblad VerkeersPro berekend met cijfers van het CBR. Het percentage verschilt gigantisch door Nederland. In Limburg is de toets ongekend populair, terwijl in de Randstad vaak maar een op de vier leerlingen de TTT doorloopt.

In de analyse konden de cijfers van alle 56 examencentra worden meegenomen over de periode oktober 2014 tot en met september 2015. Inmiddels zijn enkele van deze examencentra al opgegaan in andere centra en daarom niet meer bestaand. Per examencentra is het aantal tussentijdse toetsen en het aantal éérste examens in deze twaalf maanden naast elkaar gelegd, waardoor kon worden gekeken aan hoeveel eerste examens zo’n TTT vooraf gaat.

Daarbij tekent Limburg zich direct als TTT-grootmacht af. Maastricht, Sittard, Heerlen en Horn zijn landelijk de examencentra waar leerlingen het vaakst een tussentijdse toets doen. Dit is in al deze centra boven de 75 procent. In Maastricht is dit percentage zelfs 98,7 procent. Slechts tien examenkandidaten deden géén TTT voor hun examen.

Wil jij hier meer over weten?
Reflector Magazine